- Dit evenement is voorbij.
Vesper in de Oude Kerk: Via Crucis van Franz Liszt
12 maart 2023, 19:00
Evenement Navigatie
Het VVE en Hans Houtman op het Marianne orgel laten de prachtige Via Crucis van Franz Liszt in een avonddienst weerklinken.
Voor verdere informatie: https://oudekerkvoorburg.nl/mec-category/diensten/
Hoewel Franz Liszt (1811 – 1886) vooral bekend staat als gevierd pianovirtuoos, hield hij zich tegen het einde van zijn leven vrijwel uitsluitend bezig met religieuze muziek en experimenteerde met voor die tijd zeer gedurfde compositietechnieken. Toch neemt de Via Crucis (‘Kruisweg’; 1884) zelfs onder de religieuze werken een bijzondere positie in, niet in de laatste plaats vanwege het verstilde karakter ervan.
Als uitgangspunt nam Liszt de uit de rooms-katholieke traditie bekende kruiswegstaties, aan de hand waarvan de gelovigen konden mediteren over de lijdensgeschiedenis en dood van Christus. Net als de kruisweg-in-beelden bestaat ook Liszt’s werk uit 14 delen (‘staties’) die elk stilstaan bij een deel van het passieverhaal. Voor de tekst maakte Liszt gebruik van bijbelcitaten, hymnen uit de rooms-katholieke liturgie en koralen uit de Lutherse kerk.
Via Crucis moet Liszt na aan het hart gelegen hebben. Al halverwege de jaren zestig van de 19e eeuw maakte hij een begin met de compositie ervan. Dit blijkt uit enkele van zijn aantekeningen uit die tijd en uit een drietal bewerkingen van het bekende koraal O Haupt voll Blut und Wunden uit de Matthäus Passion van J.S. Bach. Het was een van de laatste wensen van de componist dat het werk ooit tijdens een kruiswegomgang in het Romeinse Colosseum zou worden uitgevoerd. Liszt had enkele jaren (1861 – 1863) in Rome gewoond waar hij met de kerkelijke overheid overleg had gevoerd over vernieuwingen in de rooms-katholieke kerkmuziek. Het verhaal gaat dat Liszt tijdens een processie in het Colosseum plotseling was neergeknield en enkele keren had uitgesproken: “O crux, ave, spes unica” (“Weest gegroet, o kruis, enige hoop”).
Pas in september en oktober 1878 voltooide Liszt het werk, maar reeds in december van datzelfde jaar herschreef hij weer gedeelten, terwijl hij bovendien versies voor piano solo en piano-vierhandig maakte. Het uitgeven van de partituur verliep evenwel weinig voorspoedig. De uitgever aan wie Liszt het (talloze malen gewijzigde) manuscript aanbood, zag er niets in, ook al had Liszt afgezien van een honorarium en alleen gevraagd om een honderdtal presentexemplaren. Al met al zou het tot 1929 duren voordat het werk in Boedapest in première ging, terwijl het pas in 1935 integraal werd uitgegeven.